Ik ben Carla, geboren in 1962 en woon in Meppel en heb drie kinderen die allemaal zijn uitgevlogen. Ik werk op het secretariaat bij Reaching Out GGZ, als family counselor en interventionist bij Herstelbroeders.
Verslaving in mijn leven
Mijn leven kende zijn uitdagingen, en een van de meest ingrijpende was de ervaring met verslaving binnen mijn gezin. Als jongste van vier kinderen groeide ik op in een liefdevol maar complex huishouden. Op tienjarige leeftijd verhuisden we van Hengelo naar Meppel, en daar begon mijn ontmoeting met de schaduwzijde van verslaving.
Deze ervaring vormden mijn jeugd en beïnvloedden mijn persoonlijke ontwikkeling. Het was een periode van zelfontdekking en het omgaan met innerlijke conflicten. Als puber worstelde ik met mijn eigen identiteit, je probeert het zelf op te lossen, maar dat kan helemaal niet, daar heb je je ouders bij nodig. Dit verantwoordelijkheidsgevoel is enorm. Dat gevoel heb ik vele jaren mee genomen in mijn leven.
Op 19-jarige leeftijd ben ik het huis uitgegaan en gaan samenwonen met mijn toenmalige man. Daar zijn drie kinderen uit voortgekomen. Ik dacht dit ga ik anders doen, maar niets was minder waar. Ik kreeg rond mijn 39ste het gevoel dat ik enorm vastliep met mezelf. Ik ben gaan scheiden om mijn eigen pad te belopen en dit ging niet zonder slag of stoot. Hier hebben mijn drie kinderen een behoorlijke klap van opgelopen en gingen hier allemaal op hun eigen manier mee om, zo ook mijn oudste zoon Martijn.
Bij Martijn uitte dat zich in alcohol en cocaïne. Ik was de laatste die wist dat mijn zoon een probleem had met drugs. Het zal wel de leeftijd zijn, hij gaat even door een moeilijke periode heen i.v.m. de scheiding, het hoort bij de jeugd, en ja zelfs dat ik zei: ‘’ hij drinkt iets teveel’’. Soms besprak ik wel met hem dat ik me zorgen maakte, maar kreeg een steevast antwoord: ‘Jij drinkt toch ook of ik heb geen probleem maar jij hebt een probleem’. Twijfels en gevoelens van onmacht stapelden zich op. Allemaal gedachtes die de ontkenningsfase vormde. Ik wilde gewoon niet geloven dat mijn zoon een probleem had.