Het is 1988 als ik word geboren in Wanneperveen, een klein dorp onder de rook van Meppel. Ik groeide op in een liefdevol gezin met een zusje en broertje. Tijdens mijn basisschool tijd heb ik een erg fijne jeugd gehad. Toch was ik als kind altijd erg mateloos. Ik kon maar moeilijk stoppen met de dingen die ik lekker en leuk vond en ik zocht vrijwel altijd de grenzen op of verlegde deze.
Toen ik naar de middelbare school in Meppel ging, kwam er bij mij veel onzekerheid naar boven. Een nieuwe school, nieuwe mensen.. Ik kon maar moeilijk mijn plek vinden en tot overmaat van ramp besloten mijn ouders ook nog eens in dat jaar te gaan scheiden. Ik kon met niemand over mijn (schaamte) gevoelens, emoties en gedachtes praten en dit zorgde ervoor dat ik een enorme muur om mij heen begon te bouwen.
Op mijn dertiende kwam ik voor de eerste keer in aanraking met alcohol en dit was voor mij liefde op het eerste gezicht. Het voelde als thuiskomen; ik kreeg mijn zelfvertrouwen terug en ik kon over mijn gevoelens en emoties praten. Althans, dat dacht ik destijds..
Vanaf dit moment dronk ik ieder weekend en de gehele week leefde ik naar dit moment toe. Ik dronk om dronken te worden en kon niet stoppen als ik eenmaal begon.
Op mijn vijftiende rookte ik voor mijn eerste blowtje en ook deze eerste keer was zó fantastisch dat ik ieder weekend, en later iedere dag, aan het blowen was. Mijn schoolprestaties hadden hier uiteraard erg onder te lijden en ook de sfeer thuis werd grimmig. Rond mijn achttiende zag ik wel in dat ik niet op deze manier door kon gaan en stopte ik met blowen.
Het drinken deed ik nog wel drie tot vier dagen per week. Maar omdat dit in ons land maatschappelijk geaccepteerd is, werd ik hier door niemand op aangesproken.